Auteursrecht en portretrecht

  • Auteursrecht

“Het auteursrecht is het uit­sluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld”, ex. art. 1 AW.”

De maker is de fotograaf of de persoon onder diens ontwerp, leiding en toezicht een foto tot stand komt.
Het recht omvat de openbaarmaking, verveelvoudiging, optreden tegen misbruik, vermelding van naam en overdraagbaarheid.

Het is aan te bevelen om als fotograaf altijd het volledige  auteursrecht te behouden,  en dus dit nooit contractueel over te dragen aan een andere partij.  Er kan wel voor gekozen worden om een deel van het auteursrecht, met name het recht om de foto opnebaar te maken en te veelvoudigen, aan een derde partij te overhandigen.  Dit zogenaamde “gebruiks-recht”  of  de “gebruiks-licensie” wordt dan in een contract vastgelegd.  In zo’n licensie kan de maker toestemming geven zijn werk op een bepaalde manier, voor een bepaalde termijn en/of in een bepaald (geografisch) gebied openbaar te maken of te verveelvoudigen. Let op dat een licentie zowel schriftelijk als mondeling kan worden verleend. Schriftelijke vastlegging is beter omdat dan gemakkelijker is na te gaan wat er precies is afgesproken.
In toenemende mate worden gebruiks-licensies impliciet afgegeven:  Zo geeft iedereen die een Facebook account heeft impliciet het gebruiksrecht voor beeldmateriaal aan Facebook overhandigd.  De preciese condities staan wel omschreven, maar duidelijk is anders: (zie de Facebook gebruiksvoorwaarden)
Merk op dat ook Facebook geen inbreuk maakt op het auteursrecht,  zoals wel vaak wordt gedacht: je geeft ze zelf die rechten door de voorwaarden van een Facebook account te ondersteunen.

Ook bij stock agencies als Shutterstock, IStockPhoto en Fotolia wordt een bepaald éénzijdig gebruiksrecht afgesproken waarbij je als deelnemer de voorwaarden niet zelf kan bepalen.  Het is “Take it or leave it”.

Bij inbreuk van het auteursrecht moet je een civiele procedure of kort geding bij de Voorzieningenrechter starten.  De Voorzieningenrechter is een rechter, waar burgers naar toe kunnen stappen wanneer men snel een vonnis wenst. Aan deze rechter wordt hoofdzakelijk gevraagd een handelen of nalaten vast te stellen bij vonnis. Dit zou bijvoorbeeld kunnen zijn het nalaten van het publiceren van de foto’s. Voorts kan ook een schadevergoeding gevraagd worden naar aanleiding van de inbreuk. Daarnaast is het mogelijk om een winstafdracht te vragen wanneer er met de foto’s winst is behaald.
Helaas is de kans op succes redelijk gering,  zijn de kosten hoog en is de opbrengst laag.  De rechter toetst vaak de maatregelen die de maker heeft genomen om schending te voorkomen.  Als je dus een foto op Internet hebt geplaatst, die zonder toestemming is herbruikts, zal de rechter af snel de claim afwijzen omdat je onvoldoende maatregelen hebt genomen om herpublictaie te voorkomen.
Als er echt een duidelijke en onweerlegbare schending is en een aanzienlijk belang van de maker, zullen de partijen al snel onderling financieel schikken.

Let op dat het gebruik van Copyright statements, Creative Commons licensies en “Alle Rechten Voorbehouden / All Rights Reserved”  teksten in of bij je foto helemaal geen extra bescherming biedt.  Alleen weet de (mis)gebruiker dan wel bij wie hij zich had moeten melden  en – bij een Creative Commons licensie – wat hij wel en niet mag doen.

  • Portretrecht

Het portretrecht is geen beperking van het auteursrecht, zoals vaak wordt gedacht:
Het is het recht van de geportretteerde om zich te verzetten tegen openbaarmaking van zijn portret. Het auteursrecht blijft echter  onveranderd bij de maker van de foto liggen.
In geval van een portretfoto wordt het recht tot openbaarmaking dus in feite gedeeld tussen de maker van de foto en degene die erop staat. Ieder van hen kan openbaarmaking tegenhouden.

Portretten kunnen ontstaan in opdracht / met meeweten van de geportretteerde.  Voor publicatie heeft de fotograaf altijd de toestemming van de afgebeelde persoon nodig.
De geportretteerde mag op zijn/haar beurt een paar kopieën maken voor zichzelf en voor familie en vrienden, bijvoorbeeld van de foto’s van een bruidsreportage.  Ook mag hij/zij de  in opdracht gemaakte portretten beperkt gebruiken voor publicaties, zolang de naam van de fotograaf erbij wordt vermeld.
Maar voor commercieel of ander gebruik van zijn portret heeft hij/zij wel toestemming van de fotograaf nodig.  Derden moeten voor publicatie van een in opdracht gemaakt portret dus toestemming vragen aan de geportretteerde én aan de maker van het portret.
Zo’n toestemming kent geen voorgeschreven vorm.  Er zijn wel standaard “model releases”, zoals die van iStockPhoto .

Een portret kan natuurlijk ook zonder opdracht, “candid” op straat, zijn gemaakt, zonder meeweten van de geportretterde.
Zo’n foto, gemaakt in de openbare ruimte * , mag in beginsel vrij gepubliceerd worden, tenzij de afgebeelde persoon een ‘redelijk belang’ heeft om zich tegen publicatie van zijn portret te verzetten. Vaak gaat het dan om een privacybelang. Zo kunnen twee personen gefotografeerd zijn als een stelletje terwijl zij dat niet zijn. Een redelijk belang kan ook een financieel belang zijn, bijvoorbeeld bij (bekende) personen die geld kunnen verdienen met hun portret. Een t-shirt verkopen van een door u gefotografeerde popster tijdens een openbaar toegankelijk concert, mag dus waarschijnlijk niet zonder zijn of haar toestemming.
Wat een redelijk belang is en of dat opweegt tegen het belang van de publicatie, beslist uiteindelijk de rechter. Een foto van iemand bij een nieuwsbericht in de krant kan gerechtvaardigd zijn door de nieuwswaarde ervan, ook al is die persoon er zelf niet blij mee dat hij in de krant staat. Het algemene belang van de vrije nieuwsgaring gaat in dat geval vaak voor een persoonlijk belang.

* Een openbare ruimte is een plek waar iedereen mag en kan komen en geen “verboden toegang” bordjes staan. In deze ruimtes mag je alles en iedereen fotograferen, in principe op grond van het recht op de in de Grondwet vastgelegde Vrijheid van Meningsuiting.
Er zijn echter ruimtes die “geen vlees en geen vis”  zijn:
Een station, stadion, theater tram, bus of pont is wel voor iedereen toegankelijk, maar geen openbare ruimte – als er maar  een kaartje gekocht is. Toch kunnen de exploitanten van deze ruimtes het recht om foto’s te maken beperken, aanvullende regels stellen en publicatie verbieden.

(Originele artikel uit 2009 bewerkt door Hans van der Kruijf)